Voka - KvK Mechelen-Kempen “Gemiddeld omzetverlies daalt van 13 naar 9 procent”
Zes op de tien ondernemingen in Mechelen en Kempen draaien nog altijd minder omzet dan vóór corona. Maar het gemiddelde omzetverlies daalt wel in een maand tijd van 13 naar 9 procent. Dat blijkt uit de nieuwste bevraging van Voka – KvK Mechelen-Kempen bij 100 bedrijven. “Dit is een voorzichtig herstel. Nog altijd de helft van de bedrijven geeft aan dat ze ook in 2022 omzetverlies gaan hebben. De deuk in onze economie is nog altijd groot. Onze oproep blijft: geef onze bedrijven een helder perspectief. Dat hebben ze heel hard nodig”, zegt gedelegeerd bestuurder Tom Laveren.
De lichte verbetering in de economische cijfers laat zich zowel bij grote als kleine bedrijven voelen.
Ze schatten het gemiddelde omzetverlies nu op 9 procent. In de loop van dit jaar wordt dat nog beter: dan daalt het verder naar 7 procent. In 2022 wordt het nog iets beter.
“We blijven voorzichtig. Dit is een lichtpuntje. De economie in Mechelen en Kempen is fors gedeukt. Die grote deuk is vandaag iets kleiner geworden”, zegt Tom Laveren van Voka – KvK Mechelen-Kempen. “Toch geeft de helft van de bedrijven in onze enquête aan dat ze ook in 2022 nog omzetverlies hebben, door de impact van corona. Onze Voka-Kamer pleit er daarom voor om de steunmaatregelen aan te houden en waar nodig te heroriënteren. Zo komt de steun terecht bij de bedrijven die het zwaarst zijn getroffen, zoals de horeca-, cultuur- en eventsector.”
Nog altijd 48 procent van de bevraagde bedrijven in Mechelen en Kempen geeft aan dat ze ook in 2022 omzetverlies hebben door de impact van corona.
Perspectief
De publicatie van het ministerieel besluit met de onverwachte (technische) verlenging van de coronamaatregelen tot 1 maart is bij vele bedrijven hard aangekomen.
“We moeten nu inzetten op een veilige en snelle toediening van de vaccins. De zomer volledig vrijgeven, dat moet de inzet zijn van ons allemaal. Dit is essentieel voor zoveel sectoren. Laat dat ons gemeenschappelijk doel zijn. Wat niet wil zeggen dat we in tussentijd niet vrijer zouden kunnen leven en ondernemen. Dat perspectief moet er zijn.”