Hoe ammoniakuitstoot bij pluimvee en varkens indijken?

Hoe ammoniakuitstoot bij pluimvee en varkens indijken Foto: Provincie Antwerpen
dinsdag, 3 september, 2024

Eén jaar na de start van het Interreg Vlaanderen-Nederland-project RAMBO maken de projectpartners de balans op. Binnen dit project worden bestaande maatregelen en technieken getest, gedemonstreerd en geëvalueerd op hun inzetbaarheid en effectiviteit om de ammoniakemissies op varkens- en pluimveebedrijven te verminderen. Naast ammoniak worden ook neveneffecten zoals methaanuitstoot en impact op dierengezondheid en -welzijn bekeken. De eerste proeven zijn gestart of net afgerond. Volgens de eerste bevindingen tonen een aantal maatregelen en technieken veel potentieel.

Na een grondig selectieproces kwam het RAMBO-project tot 16 maatregelen en technieken met potentieel: tien voor de pluimveehouderij (vijf voor leghennen en vijf voor vleeskuikens) en zes voor de varkenshouderij. Het zijn oplossingen via aanpassingen in het voer van de dieren, huisvesting, stalklimaat of bedrijfsvoering. In drie test- en demolocaties in Vlaanderen en Nederland evalueren ze nu de werking, effectiviteit en haalbaarheid ervan.

Eerste bevindingen en resultaten
De Hoeve Innovatie meet de stalemissies op twee varkensbedrijven met dagontmesting. Dagontmesting is een brongerichte maatregel waarmee zowel ammoniak als methaan sterk kan verminderen, en heeft als bijkomend voordeel dat de gezondheid en het welzijn van de dieren verbeteren. Voorlopige resultaten tonen duidelijke emissiepatronen en variaties tussen vergelijkbare afdelingen. Data van de eerste metingen suggereren dat de techniek veelbelovend is.

Poreuze materialen capteren ammoniak
Bij een eerste proef testen onderzoekers van het ILVO, het instituut voor landbouw-, visserij- en voedingsonderzoek verschillende emissiereducerende maatregelen in de vleesvarkensafdelingen. Momenteel testen ze voederaanpassingen. De concentraties ammoniak, methaan en CO2 aan de uitlaat van de afdelingen worden gemeten met een FTIR gas analyser. Er is ook continue monitoring van ammoniakconcentraties in de afdelingen. De eerste proef onderzoekt de toevoeging van zeolieten aan het voeder. Zeolieten zijn poreuze materialen die kleine moleculen zoals ammoniak kunnen capteren. De tweede test is het verlagen van de elektrolytenbalans. Door deze voederaanpassing wordt de urine van de dieren aangezuurd, wat leidt tot lagere emissies. De proef is nog volop aan de gang, maar de eerste resultaten wijzen op een lagere emissie in de afdelingen waar deze maatregelen zijn toegepast.

Ammoniak, CO2 en vochtgehalte meten
In de legkipstal van het Proefbedrijf Pluimveehouderij is een Axetris-sensor geïnstalleerd die continu het ammoniak-, CO2- en vochtgehalte meet van de lucht uit 12 afdelingen. Deze opstelling vergelijkt vier huisvestingssystemen, twee leghennenrassen, bij verschillende frequenties van strooisel verwijderen uit de afdeling, en bij verschillende frequenties van het afdraaien van de mestband in de afdelingen. De eerste bevindingen laten zien dat de ammoniakontwikkeling in de volière-afdelingen beduidend hoger is dan in de verrijkte kooi en Veranda Code2+ afdelingen. “Bij de vleeskuikens testen we in de nieuwe vleeskipstal verschillende strooiselmaterialen en voedersamenstellingen. In de nieuwe vleeskipstal wordt gebruik gemaakt van een Gasmet gas analyser op basis van de FTIR-techniek, in de oudere braadkipstal zijn elektrochemische Dräger-sensoren geïnstalleerd. De eerste metingen tonen aan dat ammoniakreducties behaald kunnen worden door gerichte keuzes in strooiselmaterialen,” vertelt expert pluimvee onderzoeker Tom Van Hertem van het Proefbedrijf Pluimveehouderij.

Volgens de eerste bevindingen tonen een aantal maatregelen en technieken voor ammoniakreductie in varkens- en pluimveestallen veel potentieel. “Ze worden allemaal getest in verschillende seizoenen omdat het stalklimaat ook een invloed heeft op de ammoniakontwikkeling. De volledige resultaten van alle proeven zijn naar verwachting tegen eind zomer 2025 beschikbaar”, legt Tom Van Hertem verder uit.

Veehouders inspireren met demo’s
Naast het verzamelen van data richt het RAMBO-project zich ook op de praktijk. Veehouders hebben vaak vragen over de haalbaarheid van maatregelen en technieken om de uitstoot te verlagen voor hun eigen bedrijf. Om hen hierbij te ondersteunen, organiseren de RAMBO-partners verschillende demonstraties en bijeenkomsten. Tijdens het eerste projectjaar werden er vier succesvolle edities ‘Tour de Boer’ georganiseerd, verspreid over Vlaanderen en Nederland. De twee voor varkenshouderij trokken in totaal 107 geïnteresseerden, de twee voor pluimveehouderij hadden samen 79 deelnemers.

“Een ‘Tour de Boer’ biedt een unieke kans om systemen voor ammoniak- en methaanreductie in werking te zien en de voor- en nadelen van de technieken met experts te bespreken,” zegt Bianca Aarts, project expert bij ZLTO. De veehouder ter plaatse deelt zijn gebruikservaringen met alle deelnemers waarna ze kunnen napraten over het potentieel van de bezochte maatregel of techniek. Met nog zes ‘Tour de Boer’-sessies gepland, blijven de RAMBO-partners veehouders actief begeleiden bij de keuze voor de juiste emissiereducerende maatregelen. Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden bij één van de RAMBO-partners

Veehouders inspireren met demo’s
Naast het verzamelen van data richt het RAMBO-project zich ook op de praktijk. Veehouders hebben vaak vragen over de haalbaarheid van maatregelen en technieken om de uitstoot te verlagen voor hun eigen bedrijf. Om hen hierbij te ondersteunen, organiseren de RAMBO-partners verschillende demonstraties en bijeenkomsten. Tijdens het eerste projectjaar werden er vier succesvolle edities ‘Tour de Boer’ georganiseerd, verspreid over Vlaanderen en Nederland. De twee voor varkenshouderij trokken in totaal 107 geïnteresseerden, de twee voor pluimveehouderij hadden samen 79 deelnemers.

“Een ‘Tour de Boer’ biedt een unieke kans om systemen voor ammoniak- en methaanreductie in werking te zien en de voor- en nadelen van de technieken met experts te bespreken,” zegt Bianca Aarts, project expert bij ZLTO. De veehouder ter plaatse deelt zijn gebruikservaringen met alle deelnemers waarna ze kunnen napraten over het potentieel van de bezochte maatregel of techniek. Met nog zes ‘Tour de Boer’-sessies gepland, blijven de RAMBO-partners veehouders actief begeleiden bij de keuze voor de juiste emissiereducerende maatregelen. Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden bij één van de RAMBO-partners.

Foto: Tour de Boer – Copyright: Inagro

Begeleiding bij de implementatie
Al 37 veehouders hebben zich binnen het RAMBO-project aangemeld voor individuele begeleiding op maat van hun bedrijf. Na een kennismakingsgesprek en bedrijfsbezoek met een expert in luchtemissies, gaat men samen op zoek naar haalbare oplossingen. “Veel veehouders hebben behoefte aan objectief en ondersteunend advies bij het opstellen van een reductiestrategie die best past bij hun bedrijf. Met onze kennis uit onderzoek en praktijkervaringen van pioniersbedrijven helpen we zoekende varkens- en pluimveehouders op weg. Eerst brengen we de noden en wensen in kaart, bepalen vervolgens welke technieken, maatregelen of aanpassingen het meest geschikt zijn en stellen dan een actieplan op. Alles gebeurt in nauw overleg met de veehouder zodat de implementatie volledig op maat van het bedrijf is”, vertelt Pieter-Jan Delbeke, consulent klimaat & emissie bij Boerenbond.

Bart Naeyaert, West-Vlaams gedeputeerde van landbouw voegt hieraan toe: “Met RAMBO willen we niet alleen innoveren, maar ook realiseren. Dit project biedt niet alleen activiteiten om ammoniakreducerende technieken te demonstreren en veehouders te informeren, maar voorziet ook begeleiding bij de implementatie ervan.”

Verzoening dierenwelzijn en ammoniakemissies
“Dierenwelzijn en duurzaamheid, zoals het verminderen van stikstofemissies, zijn actuele thema’s in de veehouderij. Supermarkten vragen om kippen en varkens die langer leven en voldoen aan strengere welzijnsnormen. Maar is het mogelijk om deze dieren te kweken zonder de milieu-impact te vergroten of de kostprijs op te drijven? Dit roept vragen op over bredere gevolgen voor de sector, aangezien veel maatregelen niet alleen de veehouder beïnvloeden, maar ook andere schakels in de keten zoals voerleveranciers, broeierijen, vermeerderingsbedrijven, verwerkende bedrijven en slachthuizen,” vertelt Antwerps gedeputeerde voor Landbouw Kathleen Helsen. “Het belang van samenwerking en van doorgedreven praktijkonderzoek om alle parameters te bekijken en te vergelijken is hierbij cruciaal. De eerste resultaten zijn alvast verhelderend. Ik ben blij dat we veehouders kunnen begeleiden in het proces om ammoniakemissie in te dijken,” vult gedeputeerde Helsen nog aan.

Op 3 september spraken de projectpartners tijdens een ‘Tour de Boer’ met pluimveehouders om deze uitdagingen beter te begrijpen. De meetresultaten van de afgelopen maanden en jaren vormden de basis van het gesprek. Eerdere bevindingen laten zien dat traaggroeiende vleeskuikenrassen en lagere stalbezettingen leiden tot een beduidend hogere ammoniakuitstoot. Dit maakt de wens van de retail om tegen 2026 over te gaan naar strengere dierenwelzijnsnormen lastig te verenigen met de strengere eisen voor ammoniakreductie in de veehouderij. De vraag blijft: Hoe kunnen we beide doelen met elkaar kunnen verzoenen?

Over Interreg-Vlaanderen-Nederland-project RAMBO
Inagro, Proefbedrijf Pluimveehouderij, ILVO, Boerenbond, ZLTO, Poortershaven Industriële Mineralen, De Hoeve Innovatie, provincies West-Vlaanderen, Antwerpen, Oost-Vlaanderen en Noord-Brabant, het Agentschap Innoveren en Ondernemen van de Vlaamse overheid, het Barth Misset Fonds, POVco, LIB (Stuurgroep Landbouw Innovatie Noord-Brabant) zetten samen hun schouders onder Interreg RAMBO, dat startte op 1 september 2023 en loopt tot en met 31 augustus 2026. Binnen dit project worden bestaande maatregelen en technieken voor pluimvee- en varkensbedrijven getest, gedemonstreerd en geëvalueerd op hun inzetbaarheid en efficiëntie om ammoniakemissies te verminderen. Het onderzoek moet varkens- en pluimveehouders in staat stellen om zelf aan de slag te gaan om hun ammoniakuitstoot aanzienlijk te verminderen. Er wordt onder andere gekeken naar verbeteringen op het gebied van veevoeding, huisvesting, stalklimaat en management. Naast ammoniak worden ook neveneffecten zoals methaanuitstoot, dierengezondheid en -welzijn in kaart gebracht.

Blijf op de hoogte
De RAMBO-projectpartners informeren belanghebbenden uit de varkens- en pluimveesector via hun projectwebsite: https://interregvlaned.eu/rambo. Alle resultaten van proeven, uitnodigingen en verslagen van activiteiten en ander projectnieuws zijn daar te volgen.

Gastlocatie van de perslunch Proefbedrijf Pluimveehouderij is een praktijkgericht onderzoekscentrum voor de pluimveehouderij. Als test- en demolocatie binnen het project RAMBO, worden er metingen en evaluaties uitgevoerd om de impact van maatregelen op ammoniakemissies, prestaties, dierenwelzijn en diergezondheid in te schatten. Via praktijkgericht onderzoek in hun unieke proeffaciliteiten voor zowel leghennen als vleeskuikens, zoeken ze mee naar oplossingen.

PRAKTISCHE INFO – BLIJF OP DE HOOGTE
De RAMBO-projectpartners informeren belanghebbenden uit de varkens- en pluimveesector via hun projectwebsite https://interregvlaned.eu/rambo/over-ons. Alle resultaten van proeven, uitnodigingen en verslagen van activiteiten en ander projectnieuws zijn daar te volgen.

Bron: 
Provincie Antwerpen