Vandaag werd het eerste vijfjarig convenant met EnergyVille officieel ondertekend. Hiermee steunt de Vlaamse Regering de samenwerking tussen de EnergyVille-partners imec, KU Leuven, VITO en UHasselt in hun onderzoek naar duurzame energie en intelligente energiesystemen. Vlaanderen voorziet tot en met 2026 jaarlijks via het convenant 3 miljoen euro financiering voor EnergyVille, dat volgens minister van Economie en Innovatie Jo Brouns moet leiden tot een versnelling van de duurzame energietransitie in Vlaanderen voor zowel bedrijven als burgers. “Zo creëren we duurzame groei, meer tewerkstelling en een sterk competitief Vlaanderen als Innovatiehub in Europa.”
EnergyVille voert onderzoek uit in acht duurzame domeinen: zonne-energie, batterij-opslag, vermogenselektronica, Power-to-Molecules, energie voor gebouwen en districten, elektrische netwerken, energiestrategieën en -markten, en thermische systemen. Zo werken EnergyVille-onderzoekers bijvoorbeeld aan het goedkoper en efficiënter maken van zonnepanelen en batterijen, en dit door het ontwikkelen van zowel nieuwe technologieën als nieuwe materialen. De elektrificatie van ons wagenpark maar ook de huidige tijden van hoge energieprijzen en meer vraag naar zonnepanelen en batterijopslag, tonen immers aan dat dit zeer relevante innovatiedomeinen zijn.
EnergyVille zet de laatste tijd ook in op nieuwe en actuele thema’s. Zo is er het recent geïntroduceerd onderzoeksonderwerp van groene waterstof voor toepassingen die niet geëlektrificeerd kunnen worden. Zo kunnen ook sectoren die moeilijk te verduurzamen zijn mee vergroenen, denk maar aan scheepvaart over lange afstanden of staalproductie bij Arcelor-Mittal. Zo doet EnergyVille onderzoek naar nieuwe membraamtechnologie zodat de productie van die groene waterstof goedkoper kan.
Daarnaast wordt er ook gewerkt aan nieuwe concepten voor verwarming van gebouwen, zoals het 5de generatie warmtenet waar geen externe warmtebron meer voor nodig is en aan het verbeteren van warmtepompen voor de industrie. Tot slot wordt het Open Thor Living Lab uitgebouwd, waarbij state-of-the-art infrastructuur open innovatie gaat mogelijk maken met het oog op de energietransitie. EnergyVille leidt (via VITO) in dat kader het oPEN Lab project in Genk (positieve energy neighbourhoods) dat o.a. als doel heeft de woonwijken van Nieuw Texas en de tuinwijk van Waterschei te renoveren tot positieve energiewijken, dat zijn wijken die meer energie opwekken dan ze verbruiken.
In dit eerste vijfjarig convenant is dan ook opgenomen onder welke modaliteiten Vlaanderen de jaarlijkse financiering in EnergyVille zal toekennen en wat de te behalen doelstellingen en resultaten zijn: de zogenaamde Kern Performantie Indicatoren. De Vlaamse Regering zal EnergyVille’s activiteiten dus evalueren aan de hand van vastgelegde strategische en operationele doelstellingen en indicatoren. Die omvatten niet alleen wetenschappelijke resultaten in de onderzoeksdomeinen, maar ook de socio-economische en maatschappelijke impact in het dagelijkse leven van burgers en de activiteiten van Vlaamse bedrijven. Zo beoogt het convenant meer samenwerking tussen EnergyVille en de industrie, meer genomen STEM-initiatieven, training van (internationale) doctoraatsstudenten, bijdragen tot de digitalisering van het energiesysteem, en kennisverspreiding binnen zowel de energiesector als bij het grote publiek. Hoe EnergyVille op elk van deze vlakken scoort, zal jaarlijks opgevolgd worden door de Vlaamse overheid.
Het uiteindelijke doel is duidelijk: de duurzame energietransitie helpen versnellen door innovatie om zo te komen tot een energie-efficiënte, CO2-neutrale en duurzame samenleving waarbij comfort en betaalbaarheid voor de burger centraal staan. ‘We danken de Vlaamse Regering voor deze blijvende ondersteuning aan EnergyVille, en werken samen met de overheid, de industrie en de burgers verder aan deze transitie die ook rechtvaardig zal moeten zijn. Want niemand achterlaten in een wereld in beweging, dàt vormt de essentie van het werk dat ons samen te doen staat,’ aldus Gerrit Jan Schaeffer, General Manager van EnergyVille.
EnergyVille fungeert als een aantrekkingspool voor toponderzoekers in en buiten Vlaanderen en vermijdt hierdoor ook een braindrain vanuit Vlaanderen. Momenteel werken er al zo’n 400 medewerkers bij EnergyVille en de verwachting is dat er de komende jaren een 20 à 30-tal aanwervingen bijkomen, waaronder al zeker 20 extra doctoraatstudenten.
Vlaams minister van Economie en Innovatie Jo Brouns is tevreden met het convenant en de structurele financiering voor EnergyVille: ‘Met de huidige energiecrisis en stijgende energieprijzen is het duidelijk dat we met Vlaanderen moeten inzetten op onderzoek en innovatie in die duurzame systemen. Met de immense renovatiegolf-uitdaging in het achterhoofd is EnergyVille een ideale partner om dit slim aan te pakken op wijkniveau. Het ontwikkelt innovatieve tools om warmtenetten en warmtepompen in onze woonwijken en bij onze Vlaamse bedrijven te optimaliseren, en het doet zelfs onderzoek naar geluidsschermen met geïntegreerde zonnepanelen. Met dit convenant creëren we dus niet enkel innovatieve oplossingen maar ook duurzame groei, meer tewerkstelling en een sterk competitief Vlaanderen als Innovatiehub in Europa.”
Burgemeester Wim Dries van Genk: ‘De energietransitie zal lokaal zijn, of ze zal niet zijn. Maar als lokale overheid kunnen we dat ook niet alleen. Vandaag zien we hoe EnergyVille nu al, via onder andere oPEN Lab, er in slaagt om het onderzoek ook te vertalen naar concrete projecten waar onze inwoners mee ingeschakeld worden om het energieonderzoek ook effectief toe te passen in de woningen en zo werkelijke stappen te zetten in de energietransitie. Met deze structurele steun kan men ook effectief het verschil maken bij de burgers, die samen met de overheden en bedrijven voor grote uitdagingen staan. Vanuit Genk willen we dan ook graag als partner de rol blijven spelen om de brug te vormen tussen het energieonderzoek en de implementatie daarvan bij onze inwoners. Zo maken we niet alleen Genk future proof, maar ook alle 300 steden en gemeenten in Vlaanderen.’