Uittredend gemeenteraadslid Cindy Dexters, lijsttrekker van ProMol, stelt vandaag de ProMol-gemeenteraadslijst voor. Niet minder dan 24 nieuwe gezichten dienen zich aan voor deze lokale lijst. 17 vrouwen en 16 mannen zijn kandidaat en het evenwicht tussen mannen en vrouwen werd ook doorgetrokken bij de eerste 10 kandidaten.
Zoals eerder reeds werd gecommuniceerd, trekt Cindy Dexters de lijst en duwt uittredend raadslid Hans Schoofs vanop plaats 33. Niet minder dan 7 jongeren kandideren in groep vanaf plaats 26. De laatste jongere is gewezen gemeenteraadslid Bas Van Olmen vanop plaats 32. Het is ProMol menens met de jongeren-kandidaten, want ook op de 2de plaats vinden we jong geweld in de persoon van Mats Machiels (25).
Lijsttrekker van de tweede kolom wordt uittredend gemeenteraadslid Koen Boeckx. ProMol-voorzitter Marc Kaers vindt je als lijstduwer van de eerste kolom op het scherm van de stemcomputer.
Andere opvallende kandidaten voor ProMol zijn; Musaby Haesen op drie, Marc Lenaerts op vier en Tamara Hanegraaf, weduwe van de bekende schrijver Pieter Aspe op vijf. Als bijlage vind je de volledige lijst.
Programma voor en door de Mollenaar
Als enige Molse partij gaf ProMol de Mollenaar inspraak in de opmaak van hun programma. Met een heus ProMol-referendum werd de Molse kiezer over heikele dossiers bevraagd. Niet minder dan 300 respondenten gaven hun mening. Via volgende link vind je alle resultaten van het ProMol-referendum. Tot slot kregen ook het ProMol-bestuur en alle kandidaten en geïnteresseerden hun zegje over het programma. U vindt het in de bijlage.
Speerpunten
Als speerpunten werden volgende “zes hot-items weerhouden”:
Veilige schoolomgevingen NU
Meer Inspraak
Mol laat niemand achter
Geen belastingverhoging
Half uur gratis parkeren
Zone 30; enkel waar nodig
Maar het programma is meer dan dat; een degelijk ruimtelijk ordeningsbeleid, meer inzetten op toegankelijke open ruimte en speelterreinen, inzetten op armoedebestrijding,... Daarover, en over zoveel meer, lees je in hieronder.
Het volledig programma.
VERKIEZINGSPROGRAMMA PROMOL
GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN 13 OKTOBER 2024
Inleiding
Wat is ProMol?
Een jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen werd ProMol gesticht: een lokale, ongebonden en liberale partij. Bij ProMol is iedereen welkom om mee na te denken over en mee te werken aan een beter Mol. Naast heel wat onafhankelijke Mollenaars die zich daarvoor willen engageren, traden de mandatarissen en leden van Open Vld Mol toe. Bij ProMol enkel liberale democraten, die vrijheid hoog in het vaandel dragen.
Waarvoor staat ProMol?
Vrijheid is onze basis. Met ProMol geen betuttelende regels, zoals onnodige snelheidsbeperkingen, of bouwrestricties, die niet goed zijn voor het milieu, noch verhelpen aan de stevige woningprijzen in Mol.
Wel échte, rechtstreekse inspraak door de Mollenaar. Niet het overgieten van genomen beslissingen met een participatief sausje, maar vroeg in het beslissingsproces al die knappe, Molse koppen betrekken bij het beleid. In het bijzonder voor de Molse ruimtelijke ordening is zo’n denkoefening dringend nodig: waar in Mol bouwen we nog en hoe dan?
Een gemeente die haar kerntaken uitstekend waarmaakt, maar aan de Mollenaar en haar ondernemingen laat, waar een overheid zich beter niet mee bezighoudt. Als een gemeente alles wil doen, doet ze eigenlijk niks en brengt ze halfslachtige oplossingen, te hoge uitgaven én belastingen. Daar past ProMol voor.
Een Mol dat niemand achterlaat en iedereen meeneemt. Dat focust op wat bindt i.p.v. op wat scheidt, ongeacht leeftijd, kleur, overtuiging,… Dit zonder blind te zijn voor de uitdagingen die samenleven in verschil met zich meebrengt en door streng te zijn voor hen die dat verdienen.
Een Mol dat leeft, dat bruist, waar van alles te doen is en mee wordt vormgegeven door de vele Mols ondernemingen en verenigingen.
Kortom: ProMol gaat voor een Mol waar het goed leven, wonen en werken is!
Verder lees je per thema hoe we dat willen realiseren de komende 6 jaar. Met een bondige samenvatting om te beginnen en vervolgens een aantal concrete, genummerde beleidsvoorstellen.
Inhoudstafel
Inleiding 2
Wat is ProMol? 2
Waarvoor staat ProMol? 2
Verkiezingsprogramma ProMol 4
A. Wonen 4
B. Burgerparticipatie en dienstverlening 8
C. Onderwijs 10
D. Veiligheid 12
E. Samenleven 14
F. Mobiliteit 17
G. Ondernemen 20
H. Sociaal beleid 23
I. Sport en cultuur 25
J. Financiën 26
K. Jong en oud 27
Verkiezingsprogramma ProMol
A. Wonen
Mol is onze thuis. Van ons allemaal. Het is dus van belang dat er voldoende betaalbare en kwaliteitsvolle woningen zijn voor iedereen: voor singles en koppels, jonge gezinnen en senioren, tweeverdieners en alleenstaanden,…
We gaan ook aan de slag met onze gedeelde publieke ruimte, die het visitekaartje van de gemeente moet zijn. Met nette straten en pleinen die uitnodigen om samen te komen. Met voldoende groen en ruimte om te spelen, te ademen en tot rust te komen. Mol draagt ook zijn steentje bij aan de strijd tegen de klimaatverandering.
A.1. Wonen, ruimtelijke ordening en milieu
1. We stemmen het gemeentelijk beleid af op betaalbare en kwaliteitsvolle woningen.
2. We zorgen voor een klantvriendelijke bouwdienst die vlot samenwerkt met particulieren én projectontwikkelaars. De gemeente heeft als overheid het laatste woord.
3. Alle vragen rond wonen, huren en renoveren worden snel en kwalitatief beantwoord door het woon- en energieloket.
4. We maken verschillende manieren van wonen mogelijk. We bekijken waar grote percelen uitgesplitst kunnen worden in meerdere kavels, we voeren een laagdrempelig regelgevend kader in voor bijvoorbeeld samenhuizen, tiny houses, kangoeroewoningen of huizen voor nieuw samengestelde gezinnen en we maken coöperatief wonen mogelijk.
5. We stellen in samenspraak met de Mollenaar, een visienota ruimtelijk beleid op. Nieuwe woongelegenheden aansnijden moet met aandacht voor groen en open ruimte gebeuren. We bepalen duidelijk waar in Mol er nog bijgebouwd kan worden en hoeveel bouwlagen dan.
6. We differentiëren onze opcentiemen op de onroerende voorheffing door ze op wooneenheden boven handelspanden in het centrum van Mol te verlagen. Zo gaan we leegstand tegen en zorgen we voor maximale benutting van de bestaande ruimte. Ook het gemeentelijke deel van de onroerende voorheffing voor mensen die renoveren gedurende vijf jaar, bevriezen.
7. Wanneer sociale huisvestingsmaatschappij de Woonboog nieuwe sociale woningen realiseert, gebeurt dit via kleinschalige projecten, verspreid over het ganse grondgebied. Op die manier voorkomen we segregatie. Tegelijk worden de bestaande sociale woonwijken die er zijn grondig gerenoveerd. Denk maar aan de wijken Bosveld-Kerkelanden, het Egelsvennen, het Molsveld,…
8. Bij grote private woonprojecten gaan we voor een optimale mix met een aanbod van grote en kleine koopwoningen, maar ook een percentage sociale huur- en koopwoningen.
9. We moedigen particuliere eigenaars aan om hun woning sociaal te verhuren via de Woonboog. De verhuurder krijgt in ruil een zekere huuropbrengst, wordt ontzorgd en kan bij renovatie gebruik maken van de maximale Mijn Verbouwpremie.
10. De huisvestingmaatschappij realiseert zogenaamde “geconventioneerde woningen”. Op die manier zijn we er voor mensen die net te veel verdienen voor een sociale woning, maar onvoldoende overhouden voor de private huurmarkt. Ook private ontwikkelaars worden aangemoedigd om zich in dit systeem in te schrijven.
11. We richten een ontzorgende renovatieactor op naar het model van de Pandschappen. Een Pandschap neemt de renovatie van de woning op zich aan een betaalbare prijs, waarna de woning voor minstens 9 jaar sociaal verhuurd wordt. Ook daarbij zorgt de gemeente voor ontzorging van A-Z. De leegstandstaks wordt geschrapt voor eigenaars die de keuze maken voor pandschap.
12. Domiciliefraude wordt samen met politie aangepakt. Via bovenlokale samenwerking proberen we sociale huurders met een woning in het buitenland in het vizier te krijgen.
13. We pakken misbruik van huurcontracten kordaat aan in samenwerking met onze bouwdienst en het openbaar ministerie. Slachtoffers begeleiden we in hun zoektocht naar een nieuwe woonst op kosten van de huisjesmelker.
14. Via het Vlaams Noodkoopfonds ondersteunen we huiseigenaars met een beperkt inkomen die een noodkoopwoning hebben gekocht waar grondige renovatiewerken nodig zijn. Bij verkoop van de woning of na 20 jaar, betalen de noodkopers de tussenkomst terug.
A.2. Gedeelde ruimte
1. We kiezen voor een maximaal behoud van onze open ruimte en dus kijken we voor nieuwe woningen in de eerste plaats naar onze kernen. We stellen een verdichtingsnota op die vastlegt waar er nog gebouwd kan worden onder welke voorwaarden.
2. We werken verder aan de Molse rioleringsgraad: tegen 2030 moet er verder gewerkt worden aan een Mol waar overal riolering is. In het bijzonder in Wezel wordt een tandje bijgestoken.
3. We differentiëren in de opcentiemen om ons beleid extra kracht bij te zetten. We bekijken bijvoorbeeld of lagere opcentiemen kunnen helpen om moeilijke wijken of straten te helpen heropleven of om meer mensen aan te moedigen in het centrum van de gemeente te komen wonen.
4. We kijken door de ogen van een kinderen, jongeren én ouderen naar onze publieke ruimte. We focussen niet alleen op (verkeers)veiligheid, maar hebben ook oog voor water, groen, speelruimte, rustbanken,…
5. We dragen zorg voor onze monumenten, herwaarderen ze waar nodig en ontsluiten ze ook zoveel mogelijk waar mogelijk voor onze inwoners.
6. Voor elke boom die moet verdwijnen, komt er minstens één in de plaats. Die doelstelling realiseren we onder andere door de handen in elkaar te slaan met onze inwoners. We zorgen ervoor dat mensen die een boom willen planten in hun voortuin, er één kunnen bestellen bij de gemeente.
7. Ook op andere manieren vergroenen we onze openbare ruimte. In onze kernen geven we inwoners de kans om een tegel- of geveltuin te hebben.
8. Mensen met groene vingers nodigen we uit om mee aan de slag te gaan in onze openbare ruimte. Zij die dit engagement willen opnemen, duiden we aan als peters en meters van kleine publieke volkstuintjes en boomspiegels en buurtbomen.
9. Braakliggende grond heeft een negatieve impact op de omgeving. Daarom gaan we in gesprek met de eigenaar om de grond tijdelijk om te vormen tot bijvoorbeeld een stadstuin, speeltuin, petanquebaan, of wat dan ook waar de directe omgeving ook nood aan heeft. In ruil kennen we een kwijtschelding toe van de activeringsheffing.
10. We beschermen ons tegen langere periodes van droogte of net intensere regenval. We bekijken waar we aan de slag kunnen om meer regenwaterinfiltratie mogelijk te maken. Aanleggen van wadi’s, infiltreren van regenwater op grote publieke daken, het bufferen en hergebruik ervan bij synthetische sportterreinen, of het ondersteunen van scholen bij het ontharden van hun speelplaats.
11. We geven bedrijven in onze gemeente de kans om een rotonde te adopteren. Zij krijgen de unieke mogelijkheid om op een subtiele manier reclame te maken voor hun bedrijf. In ruil zijn zij verantwoordelijk voor het groenonderhoud.
12. We onderzoeken de mogelijkheid van een natuurbegraafplaats in onze gemeente, waar assen wettig kunnen worden uitgestrooid of biologisch afbreekbare urnen kunnen worden begraven.
A.3 De toekomst is fossielvrij
1. We lopen voorop in de strijd tegen klimaatverandering. Dat betekent inzetten op zowel hernieuwbare energie als op energiebesparingen. Initiatieven als het Europese burgemeestersconvenant of het Vlaamse Lokaal Energiepact 1.0, 2.0 en 2.1 kunnen op onze handtekening rekenen.
2. Mol wekt haar eigen energie op
1. Elk nieuw gemeentelijk project moet zo veel mogelijk fossielvrij zijn. Tegelijk gaan we sneller aan de slag om historische keuzes, duurzaam te maken. Ook met kostbare grondstoffen als water gaan we duurzaam om. De Molse meren kunnen een bron van energie zijn: zowel van wind- als waterenergie.
2. We brengen in kaart waar onze gemeente op eigen gebouwen of gronden nog werk kan maken van hernieuwbare energie. De doelstelling moet zijn om tegen 2030 minstens een derde van onze eigen energieverbruik op te wekken via eigen hernieuwbare energie. Hierbij kijken we naar het totale potentieel van al onze daken en gronden. Naast zonnepanelen onderzoeken we ook mogelijkheden voor aardwarmte, biogas, windmolens etc.
3. Bij investeringen in hernieuwbare energie, gaan we op zoek naar samenwerkingen met lokale energiegemeenschappen en burgercoöperaties.
4. Op die manier bieden we onze inwoners ook telkens de kans om te participeren in projecten hernieuwbare energie die de gemeente opstart. Zo kunnen ook inwoners zonder bijvoorbeeld een zonrijk dak, genieten van zonne-energie.
5. Om meer middelen te mobiliseren én de prijs te drukken, ondersteunen we groepsaankopen voor bijvoorbeeld zonnepanelen, elektrische toestellen, isoleren,…
3. Mol renoveert
1. Practise what you preach. We brengen de pijnpunten in ons patrimonium in kaart en werken we deze één voor één weg. Met een open blik, bv. het verkopen van verouderde gebouwen om te investeren in het renoveren van bestaande gebouwen.
2. We hebben de ambitie om een bestaande wijk om te vormen tot een fossielvrije wijk en we maken hier een participatietraject van. We starten een traject met een private investeerder en een ESCO om op die manier collectief van het gas af te raken. In ruil zorgen we voor een collectieve verlaging van de opcentiemen.
B. Burgerparticipatie en dienstverlening
Mol is van ons allemaal. Om de zes jaar kiezen we samen wie ons vertegenwoordigt. De ploeg die we het vertrouwen geven om de komende jaren de richting aan te geven en dat vertaalt in het dagdagelijkse bestuur van onze gemeente/stad.
Tegelijk zijn burgers beter geïnformeerd dan ooit tevoren. Goed bestuur gebruikt die expertise. Burgers verwachten – terecht – niets anders meer: ze willen rechtstreeks gehoord worden. Net zoals ze waar eisen voor hun belastinggeld. Een sterke dienstverlening. Digitaal en kort op de bal, maar vooral laagdrempelig, een gesprekspartner voor élke inwoner.
B.1. Burgerparticipatie en democratische vernieuwing
1. Rechtstreekse burgerparticipatie is essentieel voor ProMol. Bij elk gemeentelijk initiatief van een zekere omvang, wordt in gepaste burgerparticipatie voorzien. Dit gebeurt in een vroeg stadium van de besluitvorming, zodat de burger échte inspraak heeft. We trekken die lijn ook door in het schepencollege zelf. Net zoals er een schepen bevoegd is voor communicatie, maken we een schepen bevoegd voor participatie. Deze schepen bewaakt de kwaliteit en de kwantiteit van de burgerparticipatie in de gemeentelijke besluitvorming.
2. We voeren een burgerbegroting in waarbij we de Mollenaar inspraak geven in een deel van het budget. Op die manier geven we inwoners de kans om op wijkniveau de handen in elkaar te slaan en projecten uit te werken om het sociaal weefsel in de wijk te versterken, daarbij ondersteund door een wijkbudget.
3. Een betrokken en geëngageerd schepencollege gaat ter plaatse. Bij grootse plannen met een gehucht of wijk, gaat het integrale schepencollege rechtstreeks in dialoog gaat met de bewoners over die plannen.
4. Zijn bewoners of verenigingen overtuigd dat ze een taak beter kunnen uitvoeren dan het gemeentebestuur, bv. groenonderhoud van bepaalde straten of pleinen? Dan kunnen ze de gemeente uitdagen om die publieke taak over te nemen. Zo ontzorgen we de gemeente én versterken we de sociale cohesie.
5. We versterken en herdenken onze adviesraden tot adviesraden 2.0 waarbij ze naast hun adviesrol ook een echte participatierol opnemen.
B.2. Dienstverlening
1. We sluiten aan bij de relevante projecten van gemeente met online gemeentehuis, dat de klok rond beschikbaar is. Dit steeds aansluitend met fysieke dienstverlening voor burgers die nog niet digitaal mee zijn.
2. We werken een digitale afsprakenkalender uit voor relevante diensten zoals onthaal, bouwdienst of politie. Zodat mensen digitaal afspraken kunnen maken, de wachttijden verminderen en we tevens data kunnen monitoren over de hoeveelheid afspraken en waarover.
3. Het digitaal meldingsplatform waar alle meldingen van burgers automatisch gecentraliseerd binnen komen, wordt geoptimaliseerd. De burger mag een correcte oplossing verwachten binnen een redelijke termijn. .
4. We organiseren de gemeentediensten zo, dat zij flexibel en plaatsonafhankelijk kunnen werken zonder in te boeten op de bereikbaarheid van verschillende diensten.
5. We proberen dienstverlening zoveel mogelijk geografisch te clusteren in dienstencentra of gemeentehuis. Zo kan de burger op 1 plaats terecht voor vele diensten.
C. Onderwijs
Onderwijs is bij uitstek een liberaal speerpunt. Geen enkel kind mag zijn toekomst begrensd zien door zijn afkomst. Ook in Mol moet onderwijs de motor van sociale mobiliteit zijn en blijven.
Dat geloof in gelijke startkansen voor elk talent, dat moet ook in Mol de ambitie zijn. Niets mooier dan een gemeenschap die zich rondom haar allerjongsten schaart. Hen de kansen geven om de floreren. “It takes a village to raise a child”. Het is een bekende uitspraak van aan de andere kant van de plas.
Door alle instrumenten die wij zelf in handen hebben, ook effectief in te zetten om werk te maken van een sterk onderwijs. Daarnaast neemt de gemeente haar regierol ten volle op. Lokaal weten we wie de belangrijke spelers zijn en kunnen we hen allemaal rond dezelfde tafel brengen. We werken aan gelijke kansen door de kansendriehoek (school-vrijetijd-ouders) rondom elk kind te versterken.
1. Onze gemeente telt een ongelooflijk aanbod aan sterke scholen. We gebruiken daarom alle communicatiekanalen mogelijk om het onderwijsaanbod bekend te maken en om mensen door te verwijzen naar de verschillende onderwijsinstellingen.
2. Als lokaal bestuur coördineren we om van alle scholen brede scholen te maken. We brengen hen samen met de vele verenigingen in hun omgeving in contact. Zo kan men de infrastructuur ook na de reguliere schooluren openstellen.
3. Ouders met een grotere afstand tot de schoolpoort, moeten we nauwer betrekken. Scholen die trajecten uitwerken om de ouderparticipatie te verhogen, kunnen rekenen op ondersteuning van de gemeente.
4. We maken van oudercontacten een echte wijkactiviteit waar ook alle sport- en jeugdverenigingen uit de buurt uitgenodigd worden om zich voor te stellen. Zo zorgen we ervoor dat kwetsbare ouders en jongeren het vrije tijdsaanbod uit de buurt leren kennen.
5. Wanneer jongeren voor overlast zorgen, plaatsen we jongere en ouder voor hun verantwoordelijkheid om de jongere terug op het rechte pad te krijgen. We vragen engagement van ouders voor oudercontacten en ander belangrijk contactmomenten aanwezig zijn. Tegelijk maken we ook werk van de nodige ondersteuning voor de ouders.
6. We werken taalinitiatieven uit voor ouders die de taal niet of onvoldoende machtig zijn. We maken daar gebruik van om hen nauwer bij de school van hun kind te betrekken. Waarom bijvoorbeeld geen les Nederlands op de school van hun kinderen, terwijl hun kind in de les zit of op de naschoolse opvang?
7. We werken buddytrajecten uit in het onderwijs. Concreet gaat het om geëngageerde Mollenaars die (kwetsbare) leerlingen met een leerachterstand willen begeleiden.
8. We doen actief aan talentscouting in kwetsbare gezinnen. Een buddy kan het gezin informeren, ondersteunen en enthousiasmeren om er vol voor te gaan om het eerste kind in het gezin te zijn dat gaat verder studeren.
9. Tijdens de zomermaanden lopen kinderen in kwetsbare gezinnen een hoger risico om leerachterstand op te lopen. Daarom slaan we de handen in elkaar met de scholen op ons grondgebied om een ruim aanbod aan zomerscholen uit te werken. Zo zorgen we ervoor dat kinderen geen leerachterstand oplopen en dat we eventuele taalachterstand wegwerken.
10. We zetten brugfiguren in die letterlijk de brug slaan tussen kwetsbare gezinnen en het onderwijs. Denk maar aan het helpen maken van huiswerk, maar evengoed het informeren over het belang van een oudercontact of het uitleggen van de lessenrooster.
11. Je kan niet leren op een lege maag, ongeacht wiens verantwoordelijkheid dat is: het is alleszins niet die van het kind dat honger heeft. Als lokaal bestuur brengen we het probleem in kaart, samen met de scholen. Het doel is dat geen enkel kind in Mol nog met honger in de klas zit.
12. We ondersteunen onze kleuterscholen in een outreachende aanpak om de overstap van thuis of de kinderopvang richting kleuterklas zo warm en soepel mogelijk te laten verlopen. Zo zorgen we dat elk kind meteen goed uit de startblokken is.
13. Leerlingen die de school vroegtijdig verlaten, lopen kansen mis om hun talenten ten volle te ontwikkelen. Dat willen we maximaal voorkomen. Daarom informeren en begeleiden we onze scholen in het zoeken naar manieren en ondersteuning om dit maximaal terug te dringen.
14. We gaan de dialoog aan met lokale bedrijven hoe ze zich kunnen engageren om lokale talenten te ondersteunen. Door bv. ter beschikking stellen van infrastructuur en werkmateriaal in richtingen waar jongeren een knelpuntberoep leren met veel toekomstkansen, het aanbieden van stageplaatsen of het tijdelijk uitwisselen van personeeltussen bedrijven en scholen.
D. Veiligheid
Het is de allereerste kerntaak van een overheid: ervoor zorgen dat haar burgers veilig zijn: niet alleen hun fysieke en morele integriteit, maar ook hun eigendom.
Die veiligheid is altijd een medaille met twee kanten. Enerzijds heb je de preventieve aanpak. Je buurtopbouw. Een beleid van agenten én straathoekwerkers. Nette straten en onderhouden buurten als minimum, (ANPR-)camera’s en andere controle waar nodig en met respect voor ieders privacy. Anderzijds heb je repressief beleid. Relschoppers pak je kordaat aan. Lik op stuk.Het is die integrale aanpak die een noodzakelijke voorwaarde is om de veiligheid te garanderen. Zonder keldert het vertrouwen tussen inwoners en buren en ontrafelt uiteindelijk het sociaal weefsel. Een vicieuze cirkel die je maar moeizaam weer ombuigt.
Slaag je daar wel in, dan heb je je burgers aan boord. Als zij zich verantwoordelijk voelen voor hun straat en wijk en zich engageren om mee het verschil te maken, dan zit het wel goed met onze gemeenschap.
1. Vertrouwen tussen de politie enerzijds en de inwoners van onze gemeente anderzijds, is een cruciale eerste voorwaarde waar alles mee begint. We voeren daarom een zero tolerance beleid in beide richtingen. Een burger die (verbale) agressie vertoont tegenover een agent, wordt kordaat aangepakt, een agent die zich aan machtsmisbruik of onwettig gedrag bezondigt evenzeer.
2. We maken werk (via de politieraad) van een versterking en opschaling van onze politiezone, een voorwaarde voor verdere professionalisering en de kwaliteitsvolle uitrusting van onze agenten. Tegelijk maken we werk van een veiligheidsbeleid op wijkniveau, een aanpak waarbij agenten en preventiewerkers een wijkteam vormen.
3. We zetten contactmomenten op tussen de politie en jongerenorganisaties om wederzijdse erkenning en vertrouwen te stimuleren.
4. De Molse stationsomgeving verdient de volgehouden aandacht van de gemeente. We zetten in op orde en netheid, bij wijze van preventief beleid. Een lik-op-stukbeleid en kordate aanpak wordt ingezet indien nodig.
5. We blijven intensief controleren op alcohol- en drugsmisbruik en snelheidsovertredingen. De inkomsten uit de trajectcontroles voor de gemeente vloeien rechtstreeks naar een verkeersveiligheidsfonds.
6. Drugscriminaliteit en overlast passeert niet in onze gemeente. Openbare plaatsen gekend voor druggebruik en -handel worden extra gecontroleerd. Eigenaars van handelszaken waar er een drugproblematiek en andere illegale activiteiten bestaan, worden geresponsabiliseerd.
7. We sturen onze agenten uit naar onze scholen om in uniform les te geven over de gevaren van drugs om zo onze jongeren te informeren.
8. We breiden het aantal ANPR-camera’s uit als sluitstuk in de strijd tegen inbraken, overvallen met vluchtmisdrijf of rondtrekkende criminele bendes. Dit uiteraard steeds met het nodige respect voor de privacy.
9. We introduceren lik-op-stuk-boetes voor winkeldiefstal, fietsdiefstal en druggebruik. Op die manier zorgen we ervoor dat bij betrappingen op heterdaad alleszins gepast wordt gesanctioneerd.
10. We activeren en versterken onze LIVC (Lokale Integrale VeiligheidsCel inzake Radicalisme, extremisme en terrorisme) waarbij we zoveel mogelijk partners aan tafel weten te krijgen om samen te voorkomen dat gewelddadige radicalisering voet aan de grond krijgt in onze gemeente.
11. We richten een lokaal meldpunt op i.s.m. de politie en preventie- en handhavingsactoren zoals het Vlaams Mensenrechteninstituut, waar slachtoffers en omstaanders terecht kunnen om grensoverschrijdend gedrag te melden zoals verbaal geweld, seksisme, racisme of intimidatie. In het meldpunt vind je ook informatie over wat je kan doen als je getuige bent geweest van dergelijke feiten.
12. We maken gebruik van de mogelijkheid om gepast te sanctioneren, bij asociaal gedrag zoals sluikstorten en geluidsoverlast terug te dringen.
13. We organiseren omstaanderstrainingen om gepast te leren reageren op allerlei misdrijven m.i.v. discriminatie en racisme. Dit voor gezagsdragers, gemeentepersoneel, scholen en beroepen die anderszins met veel mensen in aanraking komen. In een volgende fase stellen we dit ook open voor alle burgers in de gemeente.
E. Samenleven
Hoe zorg je ervoor dat mensen met elkaar samenleven in plaats van naast elkaar te leven? Hoe zorg je ervoor dat burgers ongeacht al hun verschillende achtergronden zich verbonden voelen met mekaar? Het is één van de grootste uitdagingen waar elk lokaal bestuur vandaag de dag mee aan de slag moet.
Of we hier een succes van weten te maken, hangt af van ons allemaal. Van de mate waarin we erkennen dat we allemaal verschillend zijn, maar vooral dat we meer zijn dan één definiërend kenmerk. We zijn niet enkel personen met of zonder een beperking, met of zonder migratieroots, gelovig of ongelovig, hetero of holebi, man of vrouw,…
We zijn veel meer dan enkel dat. Doen we dat, dan gaan we ontdekken dat we zaken gemeen hebben met elkaar, bv. dat we beiden ouders zijn, of voetbalfans, boekenverslinders,... Zodra dat gebeurt, slaan we bruggen, groeit er empathie en werken we finaal aan één nieuwe, gedeelde, Molse identiteit.
E.1. Sociaal weefsel
1. Initiatieven die inzetten op het samenbrengen van de buurt, van de klassieke straatbarbecue tot het zotste idee, kunnen rekenen op de steun van de gemeente.
2. We bouwen een platform uit waar Molse vrijwilligers in contact gebracht worden met mensen en organisaties die hulp kunnen gebruiken. Zo binden we in Mol de strijd aan met isolement en eenzaamheid, voor jong en oud.
E.2. Diversiteit in al haar diversiteit
1. We introduceren informatiedagen waar jeugd- en sportverenigingen hun aanbod voorstellen. Via de scholen bereiken we zoveel mogelijk kinderen en jongeren, ook en vooral de meest kwetsbare onder hen. Ter plaatse kan men zich direct inschrijven.
2. We werken het label “jeugdwerk voor alleman” uit. We nodigen alle jeugdverenigingen in onze gemeente uit om een opleiding te volgen en te leren hoe ze drempels kunnen verlagen en outreachend kunnen werken.
3. We bekijken hoe we de drempels voor het proeven van cultuur kunnen verlagen in samenwerking met de cultuurspelers in onze gemeente (vb. Cultuurscouts op pad sturen in de wijken)
4. Nederlands is de sleutel naar de arbeidsmarkt, het onderwijs en een sociaal netwerk. Mol organiseert daarom stadswandelingen voor anderstalige nieuwkomers om Nederlands te oefenen.
5. We geven elke nieuwkomer een buddy om makkelijker de weg te vinden en zich thuis te voelen in onze gemeente.
6. We zetten vrijwilligers in om het contact tussen anderstalige ouders en scholen te bevorderen.
7. We zetten informatie over holebi- en transgenderorganisaties op de website van de stad, zodat mensen weten waar ze terecht kunnen voor vragen hierover.
8. We ondertekenen het charter ‘Naar een toegankelijke gemeente' van expertisecentrum Inter en maken werk van een integraal actieplan toegankelijkheid.
9. We voorzien inclusieve speeltuinen waar alle kinderen plezier kunnen maken en die toegankelijk zijn voor alle begeleiders.
F. Mobiliteit
We hechten allemaal belang aan mobiel zijn en blijven. Bereikbaarheid blijft voor de leefbaarheid van dorpskernen en lokale handelaars essentieel. Tegelijk is mobiliteit een uitdaging. Het wegennet raakt steeds meer belast, filevorming neemt toe en tegelijkertijd stijgen de eisen voor gezondere lucht en verkeersveiligheid.
Daarnaast zijn er de laatste jaren tal van evoluties geweest op vlak van mobiliteit. Denk maar aan deelmobiliteit als vast onderdeel van duurzame mobiliteit en de populariteit van de (elektrische) fiets. De gemeente moet daarin mee.
Voor ProMol zijn verkeersveiligheid en mobiliteit topprioriteiten voor de komende bestuursperiode. Zwakke en andere weggebruikers moeten zich veilig kunnen verplaatsen, zonder dat Mol immobiel wordt. We doen daarom volgende concrete voorstellen:
1. Topprioriteit zijn veilige schoolomgevingen. Een tijdelijke zone 30, voor en na school is de basis. Waar nodig en gepast, voeren we schoolstraten in, zodat de zwakke weggebruiker voorrang heeft op de wagen. De concrete maatregel wordt genomen in samenspraak met de buurt, de school en de verkeersdienst.
2. Ook de wagen heeft zijn plaats is de lokale mobiliteitsketen. In Mol-Centrum en de dorpskernen voorzien we in voldoende parkeergelegenheid. Dat is essentieel voor de lokale economie. Snelheidsbeperkingen worden alleen ingevoerd, wanneer ze nuttig of noodzakelijk zijn. Anders remmen ze een vlotte verkeersdoorstroming af en hebben ze geen.
3. Via het parkeerbeleid stimuleren we ook “winkelhieren” en daarmee de lokale economie. Zo breiden we het gratis kwartier gevoelig uit, zodat de lokale shopper meer ruimte heeft voor een korte boodschap. Waarom niet op zaterdag, dé lokale shoppingdag, de parkeerretributie verlagen of per halve dag afschaffen? Voor ProMol is dat bespreekbaar.
4. De Molse stationsomgeving verdient de volgehouden aandacht van de gemeente. We zetten in op orde en netheid en lik-op-stukbeleid waar nodig. De afwerking van de voetgangerstunnel plaatsen we hoog op de agenda bij NMBS en Infrabel. We streven naar het behoud van de gratis randparkings, die alle Mollenaars ten goede komen.
5. We voorzien in voldoende laadinfrastructuur voor elektrische wagens en zorgen ervoor dat deze plaatsen ook voorbehouden zijn voor elektrische wagens. Daar waar mogelijk voorzien we een van de twee laadpunten exclusief voor een elektrische deelwagen.
6. We proberen zoveel mogelijk vanuit het STOP-principe te vertrekken. De inrichting van het centrum en de kernen van de gehuchten gebeurt in de eerste plaats voor Stappers, dan Trappers, Openbaar vervoer en tot slot Personenwagens. Zo proberen we voldoende ruimte te geven aan alle gebruikers.
7. We sluiten aan bij het Masterplan Toegankelijke bushaltes en engageren ons om een inhaalbeweging op ons grondgebied te doen.
8. We plegen op regelmatige basis overleg met De Lijn en sturen aan op het inzetten van elektrische bussen op ons grondgebied.
9. Bij evenementen, zoals een zaterdagsmarkt of groot stadsfeest, gaan we in overleg met De Lijn om bussen te voorzien voor inwoners.
10. We zorgen voor veilige en voldoende verlichtte fietsroutes van en naar de uitgaansbuurten. Dankzij de gemeentelijke bijdrage reizen onze jongeren gratis en veilig met De Lijn op Oudejaarsnacht.
11. We starten met een voetpaden-en fietsteam dat kleine gebreken, bv. losliggende tegel op het voetpad, of verhoogde stoep bij fietspadoversteek, snel wegwerkt.
12. We investeren in degelijke fietspaden. We engageren ons om 1 meter fietspad extra per inwoner, dus 37 km, te realiseren in de komende bestuursperiode. Prioritair is het wegwerken van zgn. “moordstrookjes”, bv. naar Postel of aan de baan Ezaart. Bij de heraanleg van wegen wordt een correct evenwicht gezocht tussen zwakke en andere weggebruikers.
13. We investeren in een fietspadenplan zodat de logische verbindingen tussen belangrijke fietsroutes gefaciliteerd of opgewaardeerd worden, alleszins van en naar scholen. Hierbij houden we zowel rekening met functionele als recreatieve fietsroutes.
14. Waar het fietsverkeer op regelmatige basis zeer druk is, bekijken we of fietsstraten een mogelijkheid zijn. Hiervoor voorzien we ook voldoende sensibilisering, communicatie en signalisatie.
15. We investeren in verschillende soorten deelmobiliteit, gaande van deelwagens, -fietsen en eventueel –steps. Om dit mogelijk te maken, reserveren we de nodige parkeerplaatsen voor deelwagens.
16. We geven daarbij het goede voorbeeld door de autovloot van de gemeente te verduurzamen. De gemeente stimuleert ook het gebruik van deelwagens door haar personeel.
17. Fietskoeriers en distributiecentra worden vasten onderdelen voor een duurzamer logistiek beleid.
18. We bekijken of het centrum en gehuchtkernen een uitbreiding kunnen krijgen van autoluwe straten. In combinatie zorgen we ook voor voldoende kiss&ride en randparkings.
19. We maken een einde aan absurde situaties waarbij ‘s avonds er geen parkeerplaats meer te vinden is in de straat maar een beetje verder wel een afgesloten parking van bijvoorbeeld een supermarkt leeg staat. We stimuleren buurtparkings via het gemeentelijk vergunningenbeleid en via de fiscaliteit. Waar de parkeernood hoog ligt, vragen we via de vergunning parkings te delen met de buurt. We ondersteunen de instelling of onderneming om dit praktisch mogelijk te maken. Via de vestigingsbelasting / opcentiemen geven we een fiscale stimulans.
G. Ondernemen
De beste thermometer om na te gaan hoe goed het gaat met een gemeente, is de bedrijvigheid. Ondernemers, verpleegkundigen, leerkrachten, chauffeurs, kinderbegeleiders, café- of restaurantuitbaters, ProMol is dé partij voor mensen die vooruit willen raken, een verschil willen maken en zo hun gemeente naar een hoger niveau tillen.
Want werk zorgt voor een welvarende gemeente. Een gemeente die vervolgens een sociaal beleid kan voeren voor inwoners die tegenslag kennen.
Daarbij is er geen socialer beleid denkbaar dan een beleid dat inzet op werk. Mensen aan het werk helpen, is mensen erop vooruit laten gaan. Zo simpel is het. En dus gaan we aan de slag om iedereen in Mol die kan werken, ook effectief aan de slag te krijgen.
G.1. Ondernemen in Mol
1. We creëren een ondernemersvriendelijk klimaat in Mol. Waar mogelijk verlagen we een resem kleinere belastingen of schaffen ze zelfs af.
2. We zorgen voor een duidelijke afbakening van onze kernwinkelgebieden én winkelarme gebieden in onze gemeente. Op die manier zorgen we voor levendige, sterke handelskernen. Dat betekent dus ook dat er buiten dit handelscentrum geen nieuwe baanwinkels of shoppingcentra komen wanneer deze energie uit het handelscentrum dreigen weg te zuigen.
3. Die visie zetten we kracht bij met een differentiatie in onze opcentiemen:
1. Ten eerste zorgen we voor een vrijstelling van onroerende voorheffing voor startende ondernemers gedurende de eerste twee jaar.
2. Ten tweede zorgen we voor een verlaging van de opcentiemen op de onroerende voorheffing in onze kernwinkelgebieden.
4. Mol slaat de handen in elkaar met haar lokale ondernemers, in plaats van in zee te gaan met grote bedrijven aan de andere kant van Vlaanderen, of het nu gaat over aankoopbeleid, dienstverlening, evenementen of investeringsprojecten. Dat doen we op verschillende manieren:
1. We delen grote overheidsopdrachten op in kleinere opdrachten zodat ook lokale bedrijven kunnen intekenen. We brengen lokale kmo’s in contact met mekaar om samen te werken bij het binnenhalen van opdrachten.
2. We laten niet alles afhangen van prijscriteria maar leggen ook de nadruk op dienstverlening en nabijheid bij de aanbesteding.
3. We schrijven lokale bedrijven actief aan om hen te informeren over openstaande aanbestedingen en we geven nadien feedback wanneer ze het toch niet zouden halen.
4. We introduceren het label “gemeenteleverancier” waar lokale kmo’s zich voor kunnen registreren, op die manier worden ze uitgenodigd voor overheidsopdrachten die voorafgaand niet bekend moeten gemaakt worden.
5. We leggen minder de nadruk op het aanleveren van referenties. Lokale ondernemingen en zeker start-ups hebben vaker geen referenties, terwijl ze wel perfect in staat zijn om de opdracht goed uit te voeren.
6. We korten de betalingstermijnen in. In tegenstelling tot grotere bedrijven, kunnen lokale kmo’s het zich vaak niet veroorloven om maanden te wachten op de betaling voor hun werk. Het remt hen af om mee te dingen naar een lokale overheidsopdracht.
5. We gaan in overleg met eigenaars van handelspanden die leeg staan. Als zij hun handelspand tijdelijk ter beschikking stellen aan een pop-up aan een verlaagde huurprijs, schelden wij de leegstandstaks weg totdat een nieuwe vaste huurder gevonden wordt. Zo geven we startende handelaars en uitbaters de kans om te proeven van ondernemerschap.
6. We onderzoeken waar start-ups en beginnende ondernemers aan kruisbestuiving kunnen doen en zo potentieel uitgroeien tot het volgende succesvolle bedrijf.
7. We slaan de handen in elkaar met onze handelaars om in het handelscentrum het hele jaar door in te zetten op beleving en festiviteiten (straattheater, live muziek, kinderanimatie,…) zodat mensen actief aangetrokken worden tot het centrum. We moedigen hen ook actief aan om aan te sluiten bij de handelaarsvereniging.
8. In samenwerking met Unizo en het NSZ maken we werk van een startersgids voor ondernemers met tips & tricks voor het opstarten van een eigen zaak per sector met daarbij een duidelijk stappenplan om te ondernemen in Mol.
9. Die circulaire economie maken we ook tastbaar op ons bord. We brengen onze lokale horeca en handelaars in contact met onze lokale boeren en zorgen zo voor een korte keten. Voor restaurants of handelaars die op die manier producten van bij ons op de markt brengen, werken we een label uit.
10. We investeren in onze industrieterreinen om deze te verdichten. Tegelijk zorgen we voor een opwaardering van de publieke ruimte in onze industrieterreinen. Met meer ruimte voor groen en betere toegankelijkheid met de fiets. Zo worden ze aangenamere plaatsen om te ondernemen en werken.
G.2. Aan de slag in Mol
1. Werk moet één van de speerpunten zijn van het volgende bestuurscollege. Het is de motor van individuele ontplooiing én voorwaarde voor een welvarende gemeente. Dat belang maken we duidelijk door een schepen aan te duiden die expliciet belast is met het thema werk.
2. We breiden de kinderopvang in onze gemeente uit (Voor meer maatregelen, zie het hoofdstuk H. “Mollenaars zorgen voor elkaar”.)
3. Samen met het OCMW, de VDAB en de bedrijven uit de regio organiseren we geregeld een jobbeurs waar we werkzoekenden en werkgevers matchen.
4. We zetten een samenwerking op met de VDAB om mensen, die langer dan 2 jaar op zoek zijn naar werk, via een gemeenschapsdienst opnieuw aansluiting te laten vinden.
5. Met elke leefloongerechtigde wordt een zogenaamd “geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie” (GPMI) afgesloten, een contract waarbij tegenover ondersteuning door het OCMW ook het engagementen staan waaronder de zoektocht naar werk. Als de afstand tot de arbeidsmarkt te groot is, proberen we die te overbruggen via een tijdelijke werkervaring (een zgn. artikel 60 traject). We leggen daarbij de focus op tijdelijke werkervaring opdoen in de private sector: onze bedrijven en ondernemers, inclusief kleine zelfstandigen. Daar is immers het meeste kans om vervolgens aan vast werk te geraken. Daardoor is het ook een gigantische opportuniteit om de vele vacatures bij onze ondernemers in te vullen.
6. We nemen onze coördinerende rol op om onze scholen, de VDAB en de ondernemers in onze gemeente samen te brengen. Duaal leren, bedrijfsstages, het uitwisselen van personeel tussen bedrijven en scholen of de organisatie van jobbeurzen, … We doen er alles aan om de kansen op werk van onze jongeren maximaal te vergroten.
H. Sociaal beleid
In Mol laten we niemand achter. Heb je tegenslag, dan vangen wij je op. Maar we doen meer dan dat. Ons sociaal beleid is een trampoline, waarop je een zachte landing maakt en terug een sprong voorwaarts neemt, bedoeld om mensen te empoweren. We helpen hen om terug recht te krabbelen. We geven kansen en instrumenten om vooruit te raken, zonder dat sociaal beleid een levenslange hangmat wordt.
H.1. Kansarmoede
1. Een sociaal beleid begint bij het in kaart brengen van alle mensen en gezinnen in (kans)armoede. Niet iedereen durft namelijk aankloppen bij het OCMW. Daarom is het eerste wat we doen, het maken van een sociale kaart in onze gemeente. Dat doen we op twee manieren.
1. Ten eerste starten we met een consequente gegevensdeling met onder andere het Agentschap Opgroeien en het Agentschap Uitbetaling Kindergeld. Hun data kan ons helpen armoede in beeld te krijgen.
2. Ten tweede vormen we een team van maatschappelijk werkers dat huisbezoeken doet en op deze manier aanklampend te werk gaat.
2. Ook onder senioren is er een kwetsbare groep die onder de armoedegrens leeft. Zij verdienen extra aandacht i.v.m. slechte huisvesting, laag inkomen, grote eenzaamheid,...
3. We richten een lokale integrale cel armoedebestrijding (LICA) op waarin alle betrokken instanties, diensten en hulpverleners rond de tafel zitten om op casusniveau alle facetten van de probleemsituatie in een gezin in kaart te brengen en om vervolgens op zoek te gaan naar oplossingen.
4. Vanuit dezelfde filosofie zorgen we ervoor dat mensen in kansarmoede niet langer langs negen bureaus moeten passeren afhankelijk van een specifieke nood, maar zullen ze één maatschappelijk assistent toegewezen krijgen die hen begeleidt en waar ze terecht kunnen met al hun vragen.
5. We herscholen onze maatschappelijk werkers tot echte gezinscoaches. Elk kwetsbaar gezin krijgt evengoed zo één gezinscoach toegewezen die met hen rond de keukentafel gaat zitten om concrete oplossingen te zoeken voor de waaier aan problemen die zich stelt(een job, een huurhuis, verslaving of psychologische begeleiding). De gezinscoach legt de contacten met alle bevoegde instanties en diensten (schuldbemiddeling, CLB, CAW, mutualiteit, woonactor,…) en gaat met het gezin op zoek naar oplossingen.
6. Om dezelfde reden vormen we ons OCMW ook om tot een Sociaal Huis dat alle relevante spelers huisvest: OCMW, CAW, JAC, lokaal loket kinderopvang, Huis van het Kind, en ga zo maar door. Aan dit Sociaal Huis is één uniek loket verbonden waar men met al zijn vragen terecht kan. We doen dit op kostenefficiënte manier en op ideale locatie.
7. De sociale kaart waarvan eerder sprake, brengt ook in kaart welke jonge ouders of aanstaande ouders ondersteuning kunnen gebruiken. Gedurende de eerste 1.000 dagen van het leven van hun kind krijgen zij intensieve begeleiding. Gaat het kind naar de kleuterschool, dan moet het gezin op eigen benen staan.
8. We voorzien een intensieve begeleiding met de nodige opvangplaatsen voor kansarme jongeren. Onderdeel van die aanpak is de kansen bieden aan jongeren met een leefloon om een diploma te halen en hierop te focussen in plaats van hen koste wat het kost richting werk te duwen.
9. We zorgen waar mogelijk voor een automatische rechtentoekenning.
10. We gaan de strijd aan met digitale kansarmoede. We zorgen dat zo veel Mollenaars mee zijn in het digitale verhaal.
H.2. Welzijn
1. We gaan aan de slag om lokaal op creatieve manieren op zoek te gaan naar werkkrachten voor onze zorgsector:
1. In samenwerking met de VDAB begeleiden we werkzoekenden in onze gemeente naar activeringstrajecten gericht op de zorgsector en de gemeentelijke vacatures.
2. Samen met onze lokale zorgvoorzieningen stampen we een jobbeurs uit de grond om geïnteresseerden in contact te brengen met deze aantrekkelijke werkgevers.
3. We behouden de lokale mantelzorgpremie toe aan mensen die de informele zorg opnemen van familie, vrienden of buren.
4. Via ons opgericht vrijwilligersplatform brengen we ook specifiek de zorgsector nadrukkelijk in beeld zodat vrijwilligers hier ingeschakeld worden.
2. We werven met het Sociaal Huis een psycholoog aan die mensen, op doorverwijzing van hun maatschappelijk assistent, psychologische hulp biedt.
I. Sport en cultuur
Een gemeente moet bruisen voor elke Mollenaar. Toeristen, shoppers, kunstliefhebbers, boekenwurmen, sportievelingen, muziekfanaten en horecabezoekers: ze moeten zich allemaal kunnen uitleven.
Leefbaarheid is daarbij het codewoord. Het is de voorwaarde om de bundeling van al deze activiteiten in evenwicht te houden met de draagkracht van de bewoners.
1. We maken een landschapstekening van de sportinfrastructuur in onze gemeente (en regio), i.s.m. de Mollenaar en de Molse sportverenigingen. Vervolgens werken we een masterplan 2030 uit om waar nodig de bestaande infrastructuur aan te vullen.
2. We gaan aan de slag met de brede scholen, wat ook betekent dat we maximaal de sportzalen op onze scholen openstellen voor sportclubs uit de buurt. De gemeente ondersteunt waar mogelijk, door bv. een modeldocument voor afspraken tussen de betreffende scholen en verenigingen op te maken.
3. We zorgen ervoor dat gemeentelijke sportinfrastructuur ook ’s avonds en zelfs op zon- en feestdagen zoveel mogelijk geopend is.
4. In samenwerking met de politie en onze horeca stellen we een actieplan op om het avond- en nachtleven in onze gemeente opnieuw meer te doen bruisen, met aandacht voor alle buurtbewoners.
5. Om de drie jaar organiseren we de M-games voor een waaier aan sporten. Sportclubs én bedrijventeams kunnen een gooi doen op winst en zichzelf gedurende twee jaar Mols Kampioen noemen. We voorzien tegelijk ook Special games en maken er een inclusieve sportdag van.
6. We maken ruimte voor spontane sportbeleving bij de aanleg van buurtpleintjes en geven daarbij inspraak aan de omwonenden.
7. Onze bibliotheek blijft het kloppend hart van het maatschappelijk debat door het uitnodigen van sprekers en organiseren van gespreksavonden.
8. We zetten in op de Uitpas. Een “spaarkaart” voor vrije tijdsactiviteiten zoals naar het toneel of museum gaan. De kaart is er voor iedereen, maar is meteen ook een voordeelkaart voor wie het niet breed heeft. Op die manier verlagen we de drempels in het vrije tijdsaanbod.
9. We maken werk van meer kunst in de publieke ruimte, bij voorkeur van lokale kunstenaars. We betrekken de inwoners van de buurt, gaan in dialoog en zorgen zo voor een opwaardering van onze straten en wijken.
10. We zorgen voor een gebruiksvriendelijk en op maat gemaakt evenementenloket, dat verenigingen en geëngageerde organisatoren ondersteunt en hen helpt. Ze denken constructief mee en gaan op zoek naar oplossingen voor uitdagingen.
J. Financiën
Mol kijkt verder vooruit. Gezonde financiën zijn de beste investering in de toekomst: we zitten niet in de portemonnee van onze kinderen. We moeten duurzaam investeren en de schuldgraad in de hand houden. Die toekomst voor ogen hebben, betekent dat we vanaf dag één hiermee aan de slag moeten en zullen gaan.
1. Gezonde financiën zijn altijd het uitgangspunt. Met ProMol geen ongedekte cheques of onnodige uitgaven, zeker wanneer de uitgave recurrent is. Ook de schuldgraad houden we in de hand.
2. We bekijken of we de Mollenaar kunnen laten participeren in grootschalige investeringsprojecten. Zo onderzoeken we mogelijkheden via crowdfunding, obligaties of coöperatieve modellen.
3. We ondersteunen blijvend de Molse verenigingen om hun infrastructuur te verduurzamen en voor te bereiden op de toekomst. Elke vereniging wordt op gelijke voer behandeld.
4. We schrappen uitgaven zonder de gewenste return on investment, maar evalueren ook kostenposten die simpelweg draagvlak missen. Zo komt er een striktere controle op de uitgaven van kerkfabrieken.
5. We maken van onze fiscaliteit ook gebruik om ons steentje bij te dragen aan het klimaat. Daarom schaffen we de belasting op pylonen af. Dit wil zeggen dat windmolens die hernieuwbare energie opwekken en de elektriciteitsmasten die deze vervoeren, niet langer belast worden. Zo wordt ook de elektriciteitsfactuur van ons allemaal verlicht.
6. Onze burgers hebben het recht om te weten waar we belastinggeld aan uitgeven. We zorgen ervoor dat elke burger op toegankelijke wijze een duidelijk, eenvoudig en helder overzicht kan raadplegen dat hen vertelt waar zijn centen in onze gemeente naartoe gaan.
K. Jong en oud
In Mol is er plaats voor jong, oud en alle schakeringen daartussen. De jongsten onder ons krijgen ruimte om zichzelf te zijn. Letterlijk, door voldoende speelruimte en plaatsen in de kinderopvang. Figuurlijk, door de jeugd meer te betrekken, aan het woord te laten en inspraak geven in het beleid.
In Mol laten we niemand achter, ook niet de vele tinten grijs die een mensenleven vertoont. Mollenaars moeten waardig oud kunnen worden, zonder financiële zorgen en met voldoende levenskwaliteit. Voor ProMol telt iedereen mee!
K.1. Jong
1. We gaan voluit voor het label kindvriendelijke gemeente. Zo garanderen we een blijvende aandacht voor de allerjongsten in onze gemeente.
2. We zien toe op de inrichting van een jeugdhuis op maat van de jeugd. Een ontspanningsruimte, fuifzaal, café,… Het jeugdhuis is van alle markten thuis, elke jongere kan er zichzelf zijn, zich ontwikkelen en ontplooien.
3. Mol richt, in overleg met de Molse student, studieplaatsen in tijdens de examens. Er wordt gekeken naar good practices voor de concrete invulling ervan, waarbij er jongeren aangeduid worden als verantwoordelijke, om de impact op het gemeentepersoneel te beperken.
4. We laten de jeugd geregeld zelf aan het woord. Er is niet alleen een kinderburgemeester, ook de “oudere jongeren” (tot bv. 26 jaar) komen geregeld aan het woord, niet alleen via jeugdverenigingen, ook de individuele jongere. Niet alleen voorzien we een “jeugdtoets” voor elke maatregel die gemeentelijk wordt genomen, ook worden jongeren geregeld bevraagd over wat beter kan in Mol.
5. We zorgen ervoor dat elk Mols kind voldoende dicht bij een speelpleintje of speelbos woont. Speelpleintjes worden toegankelijk ingericht.
6. Mol blijft een gemeente met een rijk uitgangsleven. We reiken jongeren de hand wanneer ze een event willen organiseren. Fuiven en uitgaan kan, gespreid in tijd en ruimte. Niet alleen bestaande evenementen, maar ook nieuwe initiatieven krijgen kansen.
7. De gemeente ondersteunt actief de uitbouw van de Molse jeugdverenigingen. Zo worden scholen aangemoedigd om Molse verenigingen te ontvangen voor ledenwerving. De gemeentelijke uitleendienst wordt blijvend ondersteund. We behouden alleszins het systeem van de renteloze lening voor de uitbouw en het verduurzamen van jeugdlokalen.
K.2. Kinderopvang
1. Kinderopvang is een Vlaamse bevoegdheid. Dat betekent echter niet dat een lokaal bestuur bij de pakken moet blijven zitten: daarvoor is kinderopvang te belangrijk, voor de ontwikkeling van het kind en zijn ouders. Mol kan zelfstandig beslissen om werk te maken van een ruimer aanbod. Dat doen we op verschillende manieren:
1. We onderzoeken of we zelf (bijkomende) kinderopvanginitiatieven kunnen opstarten of ondersteunen. We stimuleren daarbij private initiatieven van de Mollenaar, in het bijzonder voor de allerkleinsten. We onderzoeken de mogelijkheid van gemeentelijke ondersteuning voor de nodige infrastructuurwerken.
2. De voor- en naschoolse kinderopvang wordt extra ondersteund. De gemeente springt zelf bij waar mogelijk (bv. met administratie), zodat het personeel van de kinderopvang zich met zijn basistaak kan bezighouden: kinderen opvangen.
3. Vlaanderen heeft bedrijven een extra stimulans gegeven om te investeren in kinderopvang voor hun werknemers. We geven dit initiatief een duwtje in de rug door bedrijven en opvanginitiatieven op ons grondgebied in contact te brengen met elkaar.
4. Vanaf 2026 worden vanuit Welzijn de middelen buitenschoolse opvang overgeheveld naar de lokale besturen. We wachten niet af en brengen nu al alle betrokken actoren op ons grondgebied samen om een masterplan uit te werken.
2. We voorzien een flexibele, occasionele kinderopvang met een sterke armoedesensitiviteit waar ouders uit kansarme gezinnen een beroep op kunnen doen wanneer ze willen gaan solliciteren of een opleiding volgen.
K.3 Ouder
1. We zorgen, in overleg met de seniorenraad voor een uitgebreid en gevarieerd vrijetijdsaanbod. Sterke culturele en educatieve activiteiten, zoals lezingen en voorstellingen, die een katalysator zijn voor sociaal contact.
2. Senioren zijn actiever dan ooit tevoren. Mensen die op pensioen gaan, informeren we consequent over ons vrijwilligersplatform. Zo nodigen we hen uit om hun talenten, gevoed door hun levenswijsheid, ten dienste te stellen. Denk bijvoorbeeld maar aan huistaakbegeleiding, het laten functioneren van de brede scholen, buurtbemiddeling, of het opnemen van het peter- of meterschap van een buurttuin.
3. Omwille van de grote diversiteit binnen de senioren, tekenen we een lange termijn beleid uit voor verschillende levensdomeinen zodat een zinvol leven mogelijk blijft voor senioren van alle leeftijden. We zoeken, in samenspraak met de senioren, naar innovatieve ideeën.We stellen een seniorenconsulent(e) aan in samenwerking met de seniorenraad. Eén toegankelijk aanspreekpunt, waarbij een face-to-face contact onontbeerlijk is, om senioren ondersteuning te geven over de rechten waarover ze beschikken. Velen weten onvoldoende op welke financiële voordelen ze aanspraak kunnen maken.
4. Bij de aanleg van de publieke ruimte, houden we steeds rekening met de veiligheid van minder mobielen of mensen met een beperking. Denk maar aan voldoende rustplekken met leuning en het toegankelijk maken van voetpaden en pleinen.
5. We maken de bouw van kangoeroewoningen en de uitbouw van kleinschalige particuliere zorgresidenties of aanleunwoningen bij woonzorgcentra mogelijk om (semi-)zelfstandig wonen mogelijk te maken. Ook cohousing van mensen met verschillende leeftijden maken we mogelijk. We ondersteunen senioren bij kleine aanpassingen aan de woning wanneer nodig, zodat zij zolang mogelijk thuis kunnen wonen. Ook de kwaliteitsvolle Molse woonzorgcentra ondersteunen we blijvend.
6. We waken over de capaciteit in onze woonzorgcentra en versterken daarbij ook de inspraak van de bewoners. Via bewonersraden creëren we feedback hoe de zorg het best kan afgestemd op hun noden en stimuleren we op die manier de zelfredzaamheid.
7. We lanceren in samenwerking met ouderenverenigingen een meldpunt vereenzaming. Na melding kunnen de verenigingen proberen de senior in kwestie te betrekken bij hun werking als lid of vrijwilliger.