SCK•CEN zet zijn meetapparatuur onder praktijkomstandigheden in om radioactiviteit sneller en nauwkeuriger op te sporen
In het kader van de noodplanoefening die op donderdag 29 en vrijdag 30 oktober jl. is gehouden, heeft het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK•CEN) zijn teams van deskundigen verzocht om de radioactiviteit op een snelle en nauwkeurige manier te meten. Dankzij een meetapparaat aan boord van een legerhelikopter kan het SCK•CEN metingen doen om de overheid tijdens een nucleair incident over cruciale gegevens te laten beschikken. Ook op internationaal gebied is er vraag naar deze zeer brede deskundigheid.
Dit was de eerste oefening van het nucleaire noodplan waarbij het SCK•CEN onder praktijkomstandigheden gebruik heeft gemaakt van instrumenten om de radioactiviteit via de lucht te meten. “Om uitgestrekte besmettingsgebieden te meten, is het van belang dat de opsporingsgevoeligheid hoog en de meettijd kort is”, zegt Johan Paridaens, deskundige van het Studiecentrum. “De apparatuur aan boord van een helikopter heeft als voordeel dat we snel een groot gebied kunnen bestuderen. Onze detectors verzamelen in enkele seconden voldoende statistische gegevens om de besmetting te kwantificeren.”
Deze techniek genaamd Aerial Gamma Spectrometry (AGS) wordt gebruikt zodra de situatie is gestabiliseerd. De veiligheid van de piloten en passagiers die boven een besmettingsgebied vliegen, is daardoor absoluut gegarandeerd. Dit systeem is niet alleen essentieel voor de metingen na een nucleair incident, maar blijkt ook interessant voor radioactiviteitsmetingen in de natuurlijke omgeving om eerdere besmettingen beter af te bakenen.
De legerhelikopter met de meetapparatuur aan boord vloog op vrijdag 30 oktober jl. boven een oud besmettingsgebied om de gevoeligheid van het systeem en de invloed van de vlieghoogte op de resultaten te testen. Tijdens de metingen in Fukushima werd de vlieghoogte namelijk als een van de meest ingewikkelde factoren beschouwd. In de laboratoria van het SCK•CEN worden deze metingen daarna vergeleken met dispersie- en dosismodellen, die het mogelijk maken om de besmettings- en blootstellingsniveaus in het getroffen gebied in kaart te brengen.
“Het garanderen van de veiligheid van de Belgische burgers blijft een van de belangrijkste taken van het leger”, verklaart Stéphane Roobroek, hoofd helikopteroperaties binnen de staf van de Belgische luchtmacht. “Zodra de situatie het vereist, zetten wij onmiddellijk al onze beschikbare materiële en personele middelen in. Onze medewerkers krijgen een geavanceerde opleiding en training die hen voorbereidt om direct en zo goed mogelijk ter plaatse in actie te komen. Deze samenwerking met het SCK•CEN is van het grootste belang om de meetsystemen in geval van een nucleair incident verder te ontwikkelen.” Deze samenwerking met defensie kwam tot stand met de steun van de vorige en huidige ministers van defensie (Pieter De Crem en Steven Vandeput).
Deskundigheid ten dienste van de overheid en de bevolking
Tijdens een nucleair incident is het noodzakelijk om zo snel mogelijk de radioactiviteit in een uitgestrekt gebied vast te stellen. Na Fukushima heeft het studiecentrum in Mol besloten om zijn onderzoek verder te intensiveren en de meest innovatieve meetinstrumenten aan te schaffen. Dankzij de AGS-apparatuur die het SCK•CEN (net als het IRE in Fleurus) van de FOD Binnenlandse Zaken heeft gekregen, kon het studiecentrum zijn methodes verfijnen om ter plaatse in actie te komen. “Het SCK•CEN beschikt tegenwoordig over uiterst efficiënte interventieteams en middelen. Onze deskundigen kunnen radioactiviteitsmetingen in de lucht, op levensmiddelen, in de bodem en in het water uitvoeren”, legt adjunct-directeur-generaal Frank Hardeman uit.
Samen met het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) en het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) heeft het SCK•CEN ook het initiatief genomen om een nationaal gegevenscentrum op te zetten. Dit centrum heeft tot taak om de gegevens van het International Monitoring System (IMS) van de Comprehensive Nuclear Test Ban Treaty Organization (CTBTO) te analyseren en de Belgische autoriteiten te adviseren. “Als stichting van openbaar nut is het SCK•CEN verplicht om alle deskundigheid te handhaven die tijdens een nucleair incident noodzakelijk is om de bevolking, de overheid en het bedrijfsleven in België en het buitenland te ondersteunen”, vervolgt Frank Hardeman.
Na Fukushima zijn de deskundigen van het SCK•CEN snel in actie gekomen. De dosimetriespecialisten hebben mensen onderzocht die uit Japan terugkeerden, onder wie journalisten die in de omgeving van het rampgebied hadden verbleven. De deskundigen van het studiecentrum hebben ook radioactiviteitsmetingen in de lucht, in de bodem, in het water en op levensmiddelen in België verricht om na te gaan of de overtrekkende radioactieve wolk uit Japan geen invloed op de Belgische bevolking en bedrijven had. "We hebben gemeten voor overheid, industrie, agentschappen, NGO’s, …. En gewerkt voor organisaties zoals de Verenigde Naties", vervolgt Frank Hardeman. Op verzoek van Greenpeace zijn monsters van zeealgen en ‑vissen geanalyseerd die in de kustwateren rond Fukushima waren genomen. Het SCK•CEN heeft ook meegewerkt aan het omvangrijke onderzoek in opdracht van de Verenigde Naties naar de gevolgen van het incident voor de flora en fauna. Wat de invloed op het mariene ecosysteem betreft, hebben de onderzoekers van het studiecentrum een essentiële bijdrage geleverd. Tot slot heeft het SCK•CEN zijn kennis gedeeld met de Japanse deskundigen die de verontreinigde bodem moeten afgraven en afvoeren.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
SCK•CEN
60 jaar ervaring in nucleaire wetenschap en techniek
Het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK•CEN) behoort tot de grootste onderzoeksinstellingen van België. Als Stichting van Openbaar Nut ontvangt het SCK•CEN een dotatie van de federale regering die het centrum toelaat 40% van de werkingskosten te dekken. De overige 60% zijn eigen inkomsten. Meer dan 700 medewerkers zetten zich dagelijks in voor de ontwikkeling van vreedzame toepassingen van kernenergie. Het SCK•CEN ontwikkelt duurzame technologieën voor maatschappelijk waardevolle doeleinden. Drie onderzoeksthema’s krijgen doorheen alle activiteiten extra aandacht: veiligheid van nucleaire installaties, doordacht beheer van radioactief afval en de bescherming van mens en milieu tegen ioniserende straling. Het SCK•CEN deelt zijn wereldwijd erkende knowhow door middel van talrijke opleidingen, waardoor het een kweekvijver blijft voor hoogopgeleide experts in het nucleaire domein.