Vlaamse Regering breidt jobbonus uit om leerkrachten gelijk te behandelen

Vlaanderen wil dat werken meer loont. Daarom heeft zij de jobbonus in het leven geroepen. Hiermee doet de Vlaamse Regering inspanningen om het verschil tussen werken en niet werken te vergroten. In de onderwijssector betekent dit een financiële stimulans die kan oplopen tot 170 euro per jaar. Omdat het loon van tijdelijk onderwijspersoneel op een andere manier berekend wordt voor de maanden juli en augustus, dreigden zij een andere jobbonus te ontvangen dan hun statutair benoemde collega’s met een gelijkwaardig loon. Vlaams minister van Werk Jo Brouns, Vlaams minister van Financiën Matthias Diependaele en Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts beslisten samen om een uitzondering uit te werken zodat alle onderwijspersoneel gelijk behandeld wordt in de uitbetaling van de jobbonus.

Met de jobbonus wil de Vlaamse Regering het verschil tussen werken en niet werken groter maken. Met een financiële stimulans die kan oplopen tot 170 euro per jaar voor het personeel in de onderwijssector doet de Vlaamse Regering inspanningen om het verschil tussen werken en niet werken te vergroten.

In de berekeningswijze voor tijdelijke en vastbenoemde leerkrachten dook er echter een verschil op in de uitkomst van de toe te kennen jobbonus. Vastbenoemde leerkrachten worden immers doorlopend uitbetaald, ook in de maanden juli en augustus. Veel tijdelijk aangestelde leerkrachten hun aanstelling wordt dan weer administratief stopgezet in de zomermaanden, en zij ontvangen een bezoldiging ter vervanging van dat salaris.

Tijdelijke en vastbenoemde personeelsleden die zich in dezelfde situatie bevinden en evenveel prestaties leverden, hebben recht op eenzelfde jaarwedde. Daarom ontvangen deze tijdelijken tijdens de grote vakantie een zogenaamde ‘uitgestelde bezoldiging’ op basis van de prestaties tijdens het schooljaar. Deze uitgestelde bezoldiging vertegenwoordigt het salaris voor de maanden juli en augustus. Die uitgestelde bezoldiging komt evenwel pas in het najaar in de loonberekening, samen met het loon van dat moment, met als gevolg dat in zo’n geval de loongrens om recht te hebben op de jobbonus, overschreden werd. Dat was uiteraard niet de bedoeling en dat wordt nu technisch rechtgezet.

Minister Brouns, minister Diependaele en minister Weyts vermijden zo een onrechtvaardigheid in het systeem, zonder daarbij het doel en de opzet van de jobbonus te verlaten. Zo zorgt deze uitzondering voor de berekening van tijdelijk aangestelde leerkrachten ervoor dat werken meer loont en dat deze leerkrachten gelijk beloond worden voor hun inspanningen.

Vlaams minister van Werk Jo Brouns: “We belonen de mensen die werken en maken werken financieel aantrekkelijker. Het is niet alleen belangrijk om onze werknemers dat extra financiële duwtje in de rug te geven, door het verschil te vergroten erkennen we ook dat werken meer appreciatie verdient. Het blijft mijn ambitie om iedereen die recht heeft op de jobbonus, te kunnen bereiken. Wie werkt, moet daarvoor beloond worden.”

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts: “We hebben deze regeerperiode al verschillende maatregelen genomen om een job in onderwijs nog aantrekkelijker te maken. Voor alle leerkrachten, maar zeker voor de beginnende leerkrachten. Met deze maatregel maken we opnieuw een voelbaar verschil voor enkele duizenden beginnende leerkrachten, die we graag binnen onderwijs willen houden.”

Vlaams minister van Financiën & Begroting Matthias Diependaele: “Twee leerkrachten die hetzelfde aantal uren werken en hetzelfde verdienen, moeten dezelfde jobbonus ontvangen. Dat mag niet afhangen van je statuut. Of je nu vastbenoemd bent of tijdelijk aangesteld, dat bedrag moet gelijk zijn. Daarom hebben we deze regeling uitgewerkt. Want werken moet voor iedereen lonen en de jobbonus is hier een rechtvaardig instrument voor.”