Vlaamse Regering verlengt compensatieregeling in de kinderopvang

Kinderopvang was en is van groot belang tijdens de coronacrisis. Ouders kunnen blijven werken en hun kinderen naar hun vertrouwde omgeving in de opvang brengen. Voor Vlaams minister van Gezin Wouter Beke is het cruciaal dat dit kan blijven gebeuren, ook nu de Omikron-variant door onze samenleving raast: ‘Afgelopen maandag kenden we een record van 60.000 besmettingen, wat ongetwijfeld nog een onderschatting is. Dat heeft ongetwijfeld gevolgen voor de kinderopvang. Net daarom voorzien we ook de nodige compensaties.’

Kinderopvanglocaties die inkomstenverlies lijden omdat ze door Corona dicht moeten of omdat omwille van quarantaine minder kinderen komen, kunnen net als de voorgaande jaren maandelijks een compensatie aanvragen. De regeling van december wordt gewoon verlengd. Dat betekent dat ouders die hun kinderen niet naar de opvang brengen (omwille van isolatie/quarantaine van het kind of een gezinslid of voor de buitenschoolse opvang wegens verplicht telewerk) niet hoeven te betalen en worden er ook geen respijtdagen afgetrokken. Deze compensatieregeling zal gelden tot maart en zal vervolgens opnieuw geëvalueerd worden. In totaal trekt Vlaanderen hier 8,2 miljoen voor uit.

Deze compensatieregelingen hebben de voorbije twee jaar een groot verschil gemaakt. Zo werd in 2020 en 2021 respectievelijk 129,4 en 53,3 miljoen euro aan compensaties uitbetaald, wat neerkomt op een totaal van bijna 183 miljoen euro.

De Vlaamse Regering besliste eind 2021 ook al dat de kinderopvanglocaties subsidies kunnen aanvragen voor de aankoop van zelftesten en voor ventilatiemaatregelen, zoals CO²-meters.

Vlaams minister van Gezin Wouter Beke: ‘De inspanningen die de sector levert, is ongezien. Zij geven nu al twee jaar lang het beste van zichzelf in moeilijke omstandigheden. Ik zal de Vlaamse regering blijven overtuigen om hiervoor zo lang als nodig een compensatieregeling op maat te blijven voorzien. Ook ben ik zeer tevreden dat we hebben kunnen bekomen dat dat de kinderbegeleiders wiens interval verstreken is, de mogelijkheid hebben sneller geboost te worden als er vaccins beschikbaar zijn.’